Iedereen hoort erbij en (kinder)armoede is een schande

Diversiteit, integratie: nood aan zorgzame buurten voor alle Dilbekenaren!

Hoe wil je dat nieuwe inwoners zich integreren als we ze niet warm onthalen? Het eerste contact met de gemeente moet hartelijk zijn. Het staat buiten kijf dat, om volwaardig deel te nemen aan het Dilbeekse gemeenschapsleven, we elkaar moeten willen begrijpen en best een gemeenschappelijke taal spreken. Maar het is ook niet meer dan normaal dat mensen die niet opgegroeid zijn met het Nederlands, niet vanaf dag 1 onze taal beheersen.

We zijn ervan overtuigd dat als mensen op een warme en begrijpelijke manier wegwijs worden gemaakt, dat ze later ook mee(r) inspanningen doen om te werken aan de Dilbeekse samenleving.

Het Nederlands is in Dilbeek de voertaal, zonder fout, maar meertaligheid is onmiskenbaar een troef en elkaar willen begrijpen is de eerste stap naar een actief beleid om iedereen te integreren.

Hopelijk worden we dan op een ochtend eens wakker met een ‘Dilbeek, waar iedereen zich thuis voelt’ op de Westrandgevel.

Concreet

  • Invoeren van ‘recht op een taalaanpassingsperiode’ van 1 jaar oa door gebruik te maken van tolken. Anderstalige nieuwkomers mogen tot max. 1 jaar beroep doen op een gratis tolk op voorwaarde dat ze zich laten begeleiden door een ‘toeleider in diversiteit’ (dat is iemand die de nieuwkomers in hun eigen taal wegwijs maakt in de gemeente(lijke administratie));
  • Buurtcomités of andere bestaande buurtnetwerken inzetten ter verwelkoming van alle nieuwe inwoners;
  • Verenigingen ondersteunen om anderstaligen en nieuwe inwoners te betrekken bij hun werking;
  • Vertrek van wat inwoners bindt, bijvoorbeeld dienstverlening, niet van wat hen verdeelt en neem zo elke gemeentelijke uitdaging aan!
  • Blijvend terugbetalen van lessen Nederlands voor anderstaligen.

Kinderarmoede: DNA! pleit voor nultolerantie

In groot-Dilbeek leeft 1 op 10 kinderen in armoede. In deelgemeenten Dilbeek en Groot-Bijgaarden is dat 1 op 5 (sic!), dat is onaanvaardbaar! Het Dilbeekse OCMW heeft de laatste jaren veel geïnvesteerd in persoonlijke begeleiding van de meest kwetsbare gezinnen en met succes. Via de inzet van wijkwerkers in buurten waar er veel kwetsbare gezinnen leven en het inzetten van eigen maatschappelijk werkers (oa in het VONK-project dit is ‘Vrijblijvend OndersteuningsNetwerk voor gezinnen met jonge Kinderen’ worden er steeds meer kwetsbare gezinnen beter en op maat begeleid. Onderzoek heeft uitgewezen dat we de voorbije jaren heel goede resultaten hebben geboekt (onderzoek uitgevoerd door de universiteit van Gent toont aan dat kwetsbare mensen zich door de Dilbeekse projecten ondersteund voelden, zich daardoor zelfzekerder voelden en vertrouwen hadden in de toekomst, zo vonden ze de kracht om met ondersteuning vanuit VONK positieve activeringsstappen te nemen naar een betere toekomst voor hun gezinnen). Maar omdat DNA! gaat voor nultolerantie voor wat kinderarmoede betreft willen we hier nog veel meer in investeren!

Concreet

  • Persoonlijke begeleiding op maat voor de meest kwetsbaren (momenteel bereik van 100 gezinnen, moet opgetrokken worden naar 1500 gezinnen!), meer personeel en middelen ter ondersteuning hiervan: heel de Dilbeekse samenleving zal hier wel bij varen.
  • Investeren in meer wijkwerkers, elke wijk is verschillend en vergt een andere aanpak.

Verzilvering van het grijs kapitaal

Oud is niet hetzelfde als out!! Oudere mensen hebben vaak enorm veel kennis en ervaring opgedaan in hun leven, zowel als mens als als werknemer, professioneel en in hun vrije tijd. Zolang zij dit actief kunnen inzetten moeten we dat stimuleren, zowel geestelijk als fysiek, maar ook als inzet bij vrijwilligerswerk of het ontwikkelen van visie bij bepaalde beleidsmateries, adviesraden, …

Er moet ook zeker geïnvesteerd worden in initiatieven als de seniorenweek, maar ook in andere burgerinitiatieven waarbij jong of oud gepensioneerden hun behoeften ingevuld zien.

Wanneer mensen door ouderdom, gezondheidsproblemen, fysieke beperkingen of psychosociale problemen toch kwetsbaar of eenzaam worden, verkleint hun actieradius en brengen ze meer tijd door in hun woning en in hun nabije leefomgeving. De buurt wint aan belang in het organiseren van het dagelijks leven en het waarborgen van kwaliteit van leven. Zorgzame buurten beogen niet enkel een betere zorg en ondersteuning van kwetsbare en zorgbehoevenden, ze valoriseren tevens de vrijwillige inzet en spontane solidariteit van geëngageerde burgers en bieden ook aan kwetsbaren of zorgbehoevenden kansen om een betekenisvolle bijdrage te blijven doen aan de samenleving. Heel wat mensen zijn bereid iets te doen voor een ander, maar komen daar niet toe omdat ze geen zicht hebben op de behoeften van hun medebuurtbewoners.

DNA! vindt dat het Dilbeeks bestuur zorgactoren en buurtinitiatieven met elkaar in contact moet brengen en buurtinitiatieven moet aanmoedigen om extra aandacht te besteden aan kwetsbare bewoners. Hierbij mogen we het aspect eenzaamheid niet vergeten. Eenzaamheid komt voor bij alle lagen van de bevolking en in alle leeftijdsgroepen. De buurt kan hierbij een enorme rol spelen om mensen uit hun isolement te halen. De gemeente moet hierbij een ondersteunende, faciliterende rol spelen.

We moeten de rol van de buurt valoriseren en gebruiken om de zelfredzaamheid en samenredzaamheid van kwetsbare, thuiswonende zieken en ouderen te versterken als aanvulling op mantelzorgers en professionele hulpverleners.

Het is niet voor iedereen gewenst of haalbaar tot het einde van zijn leven thuis te wonen. Woonzorgcentra (WZC) blijven uiterst belangrijk, maar dan liefst woonzorgcentra als aangename plaatsen waar senioren hun capaciteiten ten volle kunnen benutten. De ouderen die in de toekomst in een WZC hun intrek nemen, zullen een andere ingesteldheid hebben. Het WZC moet zich daaraan aanpassen. De betrokkenheid van medewerkers en bewoners moet verhoogd worden. Het huidige WZC Breugheldal moet evolueren naar een echte thuis voor zijn bewoners; naar een plek waar men zichzelf kan zijn en zich thuis voelt. DNA! vindt dat (gemeentelijke) WZC’s moeten evolueren naar een WZC-model waar personeel en bewoners van het rusthuis mee beslissingen nemen en dus mee beheren. Dit impliceert een kijk op woonzorgcentra als samenlevingsvorm met rechten en plichten voor alle partijen. In de praktijk blijkt deze aanpak de levenskwaliteit van bewoners én de arbeidsvreugde van het personeel te vergroten.

DNA! vindt ook dat het dienstencentrum, het dagverzorgingscentrum en de assistentiewoningen beheerd moeten worden door personeel en bewoners en/of gebruikers samen.

Concreet

  • Op zoek gaan naar good practices in andere gemeenten waar men inzet op buurgerichte zorg en kijken wat waar zou werken in Dilbeek, bvb. buurttelefoon, Solidare-it, …
  • Vrijwilligers die zorg dragen voor hun buurt, opwaarderen
  • Het stimuleren van actief buurschap (elkaars stoep vegen/boodschappen doen, …)
  • Investeren in een begeleidingsplan van bepaalde kwetsbare burgers en oog hebben voor de zorg of hulpvraag op maat van de burger (ism vrijwilligers of verenigingen bvb. ‘De buurt zorgt’-project)
  • Bekijken waar er nood is aan een wijkgezondheidscentrum en hiervoor middelen vrijmaken
  • Wijken worden zorgzame buurten: bvb: Wervik, waar ouderen in een zorgzone kunnen wonen waarbij ze meer ondersteund worden maar toch in hun eigen huis kunnen blijven wonen
  • Uitbouw sociaal restaurant niet enkel in Groot-Bijgaarden, maar ook in andere deelgemeenten, parochiezalen, … met vrijwilligers, …